‘Omdat mijn broertje goed kon voetballen, wilde ik geld sparen zodat hij lid kon worden van een voetbalclub. Vanaf mijn 12e werkte ik daarvoor op woensdagmiddag en zaterdagochtend op de markt. Toen ik het geld bij elkaar had, ben ik voor mezelf gaan sparen. Op mijn 16e kon ik eindelijk zelf op voetbal. Elke zaterdagochtend smeerde ik broodjes voor mijn broertje en mezelf, samen gingen we naar de club. Ik zag alle kinderen met hun ouders komen, wij kwamen alleen. Maar wat heeft de voetbalclub me goed gedaan. Ik hoorde ergens bij, we trainden en speelden in een competitie.
Marbah: “Bij mijn voetbalclub vond ik het zo leuk om betrokken te zijn dat ik ook vlagger werd bij wedstrijden en begeleider van mijn broertjes team. Later ben ik zelf een team gestart en heb daar cursussen voor gevolgd”. Marbah klom stapje voor stapje op tot trainer van het hoogste zaalvoetbalteam van Feyenoord. Inmiddels is hij assistent-trainer bij Jong Oranje. “Tegen de leerlingen op school benadruk ik altijd dat alles mogelijk is. Ook als je denkt dat het niet mogelijk is. Kijk naar mij, zeg ik dan.”
Elke zondag spelen de kinderen wedstrijden. Daarnaast kunnen ze punten verdienen met maatschappelijke bezigheden. Een pleintje schoonmaken, een spelletje spelen met bejaarden, een workshop bijwonen over pesten. Het team dat aan het einde van het seizoen de meeste punten bij elkaar heeft gesprokkeld, is winnaar van het ‘Geen woorden maar daden’-klassement.
Foto voor: Augeo Magazine
Tekst: Mariëlle van Bussel